volbloed

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  volbloed    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • vol·bloed
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord volbloed volbloeden
verkleinwoord volbloedje volbloedjes

Zelfstandig naamwoord

devolbloedm

  1. van een zuiver ras
    • Het paard van de buren was een volbloed. 
Afgeleide begrippen
  • volbloedig, volbloedpaard
stellend
onverbogen volbloed
verbogen

Bijvoeglijk naamwoord

volbloed

  1. van een zuiver ras zijn, van een onvermengd ras
    • Het volbloed paard werd verkocht. 

Verwijzingen

Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord volbloed staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.