volksduitser

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  volksduitser    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • volks·duit·ser
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord volksduitser volksduitsers
verkleinwoord volksduitsertje volksduitsertjes

Zelfstandig naamwoord

devolksduitserm

  1. (geschiedenis) term die na de Eerste Wereldoorlog en in de nazitijd gebruikt werd om Duitsers aan te duiden die als afzonderlijke volksgroep buiten Duitsland (Oostenrijk en Zwitserland) woonden
    • Uiteindelijk krijgen de Duitse krijgsgevangenen een eigen barak, maar de Luxemburgse geestelijken weigeren zich als volksduitser op te geven.[1] 
Schrijfwijzen
  • Volksduitser

Gangbaarheid

  • Het woord 'volksduitser' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. kerknet.be, 25-06-2006
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.