volksgevoel
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: volksgevoel (hulp, bestand)
Woordafbreking
- volks·ge·voel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van volk zn en gevoel zn met het invoegsel -s- [1]
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | volksgevoel | |
| verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het volksgevoel o
- de mening van een grote groep mensen
- ▸ Sinds de vijand Smolensk was binnengevallen had Rastoptsjin zichzelf in gedachten gezien in de rol van leider van het volksgevoel - leider van het hart van Rusland.[2]
- ▸ Maar Israël wist wel wat het had aan die dictators, in die zin waren het betrouwbare vijanden. Nu ze weg zijn, krijgt het volksgevoel een stem. En dat volksgevoel is overwegend anti-Israël.[3]
Synoniemen
- volksgevoelen
Gangbaarheid
- Het woord volksgevoel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ “Oorlog en Vrede” (1869), van Oorschot, ISBN 978902825115 1
- ↑ Weblink bron “Netanyahu hoopt op steun Nederland” (18-01-2012), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.