voorbil

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  voorbil    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈvorbɪl/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • voor·bil
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord voorbil voorbillen
verkleinwoord voorbilletje voorbilletjes

Zelfstandig naamwoord

devoorbilv/m

  1. (voeding) voorste bil van een geslacht dier, de dij van een geslacht dier
     Als de voorbil is opgesneden moet er van ’t spierstuk of nagelhout of van de proeven nog mooie biefstuk zonder pezen klaar gemaakt kunnen worden.[2]
  2. alleen mv: (anatomie), (eufemisme) vulva, zie: voorbillen

Gangbaarheid

  • Het woord 'voorbil' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
61 %van de Nederlanders;
62 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Weblink bron
    Friso
    Krabbels uit Friesland. Levensbeeld. in: De vee- en vleeschhandel, jrg. 9, nr. 63 (5 december 1924), p. 4 kol. 2
  3. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.