vrijbrief

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  vrijbrief    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • vrij·brief
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vrijbrief vrijbrieven
verkleinwoord vrijbriefje vrijbriefjes

Zelfstandig naamwoord

devrijbriefm

  1. verklaring waarbij men van iets vrijgesteld of tot iets gemachtigd wordt
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord vrijbrief staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
84 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.