waterfiets

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  waterfiets    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • wa·ter·fiets
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord waterfiets waterfietsen
verkleinwoord waterfietsje waterfietsjes

Zelfstandig naamwoord

dewaterfietsv/m

  1. (scheepvaart) een vaartuig met een aandrijving zoals op fietsen waarmee men zich over het water kan voortbewegen door middel van het trappen op pedalen
Synoniemen
Afgeleide begrippen
  • waterfietser
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
waterfietsen

waterfiets

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van waterfietsen
    • Ik waterfiets. 
  2. gebiedende wijs van waterfietsen
    • Waterfiets! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van waterfietsen
    • Waterfiets je? 

Gangbaarheid

  • Het woord waterfiets staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.