waterhoos

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  waterhoos    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • wa·ter·hoos
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord waterhoos waterhozen
verkleinwoord waterhoosje waterhoosjes

Zelfstandig naamwoord

dewaterhoosv/m

  1. een verzameling van water
    • Het zeil schoot los en er kwam een waterhoos naar beneden van het regenwater dat erop lag. 
  2. windhoos die water mee omhoog heeft gezogen.
     Volgens Weerplaza is een sterke waterhoos vanaf het water het land opgetrokken. Daardoor vlogen onder meer dakpannen in het rond en waaiden bomen om. Ter hoogte van Brouwershaven kwam een schip in de problemen, maar die kon "op eigen kracht" naar de haven varen, aldus de veiligheidsregio.[1]
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid

  • Het woord waterhoos staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron “Dode en zeven gewonden door windhoos boven Zierikzee” (27 juni 2022), NU.nl
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.