wedde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: wedde (hulp, bestand)
- IPA: /ˈʋɛdə/
Woordafbreking
- wed·de
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wedde | wedden weddes |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
Verwante begrippen
Hyponiemen
- basiswedde, beginwedde, jaarwedde
Afgeleide begrippen
Vertalingen
Werkwoord
vervoeging van |
---|
wedden |
wedde
Gangbaarheid
- Het woord wedde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "wedde" herkend door:
76 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen.[4] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "wedde" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ wedde op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.