wage

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  wage    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • wa·ge

Werkwoord

vervoeging van
wagen

wage

  1. aanvoegende wijs van wagen

Gangbaarheid

  • Het woord wage staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Engels

Uitspraak
  • Geluid:  wage (VS)    (hulp, bestand)
enkelvoud meervoud
wage wages

Zelfstandig naamwoord

wage

  1. (economie) loon
vervoeging
onbepaalde wijs to  wage 
he/she/it  wages 
verleden tijd  waged 
voltooid
deelwoord
 waged 
onvoltooid
deelwoord
 waging 
gebiedende wijs  wage 

Werkwoord

wage

  1. onovergankelijk aan de gang zijn, voortduren
  2. overgankelijk, (militair) voeren (van een oorlog, strijd e.d.)
    «They waged war against their neighbors.»
    Zij voerden oorlog tegen hun buren.



Limburgs

Uitspraak
  • IPA: /waːɣɐ/ (Etsbergs)

Zelfstandig naamwoord

wage m

  1. wagen, kar
  2. auto
  3. wagon
Verbuiging
Synoniemen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.