wedloop

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  wedloop    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈwɛtlop/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • wed·loop
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord wedloop wedlopen
verkleinwoord wedloopje wedloopjes

Zelfstandig naamwoord

dewedloopm

  1. (sport) wedstrijd waarbij het erom gaat een bepaald traject of parcours zo snel mogelijk af te leggen
  2. (figuurlijk) situatie waarin partijen blijven proberen elkaar te overtreffen
Synoniemen
Hyponiemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord wedloop staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
95 %van de Nederlanders;
95 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.