welzijnszorg

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  welzijnszorg    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈwɛlzɛɪnˌsɔrəx/ (4 of 5 lettergrepen)
Woordafbreking
  • wel·zijns·zorg
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord welzijnszorg welzijnszorgen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

dewelzijnszorgv/m

  1. geheel van voorzieningen gericht op het geestelijk en sociaal welbevinden van mensen
  2. organisatie die activiteiten gericht op het geestelijk en sociaal welbevinden verzorgt
    1. (militair) organisatie die ontplooiing en ontspanning voor militairen verzorgt
    2. (medisch) organisatie voor sociale activiteiten gericht op mensen die langere tijd ziek zijn
    3. (religie) organisatie die vanuit een kerkgenootschap maatschappelijke activiteiten organiseert
    4. organisatie die welzijnswerk voor mensen met achterstanden organiseert
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord welzijnszorg staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.