werper

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  werper    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • wer·per
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van werpen met het achtervoegsel -er[1]
enkelvoud meervoud
naamwoord werper werpers
verkleinwoord werpertje werpertjes

Zelfstandig naamwoord

dewerperm

  1. iemand die werpt
  2. tuig waarmee men kan werpen
  3. (sport) bij honkbal de pitcher
Verwante begrippen
Hyponiemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord werper staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.