wijfjesvos
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: wijfjesvos (hulp, bestand)
Woordafbreking
- wijf·jes·vos
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van wijfje zn en vos zn met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wijfjesvos | wijfjesvossen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de wijfjesvos m [1]
- vrouwelijke vos
- (figuurlijk) sluwe vrouw
- ▸ Hij vergeleek dikwijls onze „wijfjesvos" met zijn „lam", tot nadeel van de eerstgenoemde natuurlijk, en dat deed hij om mij in een goede stemming te brengen.[2]
Gangbaarheid
- Het woord 'wijfjesvos' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Victoria Holt“In de schaduw van de troon” (1978), Saga, ISBN 9788726484885
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.