winstbejag

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  winstbejag    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • winst·be·jag
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord winstbejag
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

hetwinstbejago

  1. het streven naar winst in situaties of op manieren die ongepast zijn, ('zakkenvullen')
    • De tegenstemmers zouden graag zien dat eerst de ’boosdoeners’ van deze financiele crisis eerst aangepakt zouden worden. „Ze zitten gevangen tussen twee partijen met ziekelijk winstbejag: verzekeraars en Pharmaindustrie”, zegt een deelnemer. „Farma’s maken woekerwinsten. Medicatie kan veel goedkoper én minder. Men krijgt allerlei medicatie om de bijwerkingen van andere medicatie te onderdrukken.”[2] 
    • Toch denken deelnemers niet dat de vergrijzing en de toenemende medische kennis debet zijn aan de stijgende zorgkosten. Respondenten denken dat de manier waarop de zorg in Nederland is georganiseerd ervoor zorgt dat de kosten de pan uit rijzen. Bij velen is vooral het winstbejag van de zorgverzekeraars een doorn in het oog.[3] 
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord winstbejag staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
90 %van de Nederlanders;
94 %van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. de Telegraaf MARINA TER WOORT 19 okt. 2017
  3. de Telegraaf 08 sep. 2017
  4. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.