wintervoet

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  wintervoet    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈwɪntərˌvut/ (3 lettergrepen); /ʋɪntərvut/
Woordafbreking
  • win·ter·voet
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord wintervoet wintervoeten
verkleinwoord wintervoetje wintervoetjes

Zelfstandig naamwoord

dewintervoetv/m

  1. (medisch) blauwrode, pijnlijke, hevig jeukende zwelling van tenen of ander deel van de voet na blootstelling aan hevige kou
     Een winterhand of wintervoet (pernio) bestaat uit een lokale, gezwollen, rode, pijnlijke of jeukende plek op vingers, tenen, oren of neus als gevolg van een slechte bloedsomloop.[3]
Hyperoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord wintervoet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Weblink bron Gearchiveerde versie
    Egbert de Jongh & Monique Verduijn
    “Perniones (wintertenen, winterhanden)” (28 juni 2018) op nhg.org
  3. Weblink bron Gearchiveerde versie “Medische termen en afkortingen: W – Winterhand/-voet” (23 september 2011) op menselijklichaam.nl
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.