witness

Engels

Uitspraak
  • Geluid:  witness (VS)    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈwɪtnɪs/
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het naamwoord wit met het achtervoegsel -ness
enkelvoud meervoud
witness witnesses

Zelfstandig naamwoord

witness

  1. toeschouwer
  2. (juridisch) getuige
  3. (religie) een lid van de Jehova's getuigen
Afgeleide begrippen
  • Jehovah's Witness
  • Jehovah's Witnesses
  • witness box
  • witnessable
  • witnesser
Uitdrukkingen en gezegden
  • [1]: God be my witness!
vervoeging
onbepaalde wijs to  witness 
he/she/it  witnesses 
verleden tijd  witnessed 
voltooid
deelwoord
 witnessed 
onvoltooid
deelwoord
 witnessing 
gebiedende wijs  witness 

Werkwoord

witness

  1. overgankelijk aankijken, bekijken, bijwonen
  2. overgankelijk, (juridisch) getuigen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.