witwerk
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: witwerk (hulp, bestand)
Woordafbreking
- wit·werk
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van wit zn en werk zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | witwerk | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het witwerk o
- meubelen die van wit hout of gewit hout zijn gemaakt
- het illegaal verkregen geld legaal maken
- legale arbeid
Synoniemen
- [2] witwassen
Antoniemen
- [3] zwartwerk
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord witwerk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "witwerk" herkend door:
68 % | van de Nederlanders; |
66 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.