witwerker

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  witwerker    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • wit·wer·ker
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord witwerker witwerkers
verkleinwoord witwerkertje witwerkertjes

Zelfstandig naamwoord

de witwerker m

  1. (beroep) (economie) iemand die op legale wijze werk verricht
Antoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord witwerker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.