woongemeenschap

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  woongemeenschap    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • woon·ge·meen·schap
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord woongemeenschap woongemeenschappen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

dewoongemeenschapv

  1. groep mensen die een gezamenlijke huishouding voeren of over gemeenschappelijke ruimten beschikken (huiskamer etc.)
Verwante begrippen
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid

  • Het woord woongemeenschap staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.