zaagbek

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zaagbek    (hulp, bestand)
  • IPA: /'zaɣbɛk/
Woordafbreking
  • zaag·bek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zaagbek zaagbekken
verkleinwoord zaagbekje zaagbekjes

Zelfstandig naamwoord

dezaagbekm

  1. (eendvogels) Mergus  benaming voor eendensoorten uit het geslacht Mergus  die voornamelijk vis eten en een gekartelde snavelrand bezitten.
    • 's Winters zijn zaagbekken vaak in Nederland te zien. 
Hyponiemen

Gangbaarheid

  • Het woord zaagbek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
75 %van de Nederlanders;
75 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.