zelfklever

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zelfklever    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • zelf·kle·ver
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zelfklever zelfklevers
verkleinwoord zelfklevertje zelfklevertjes

Zelfstandig naamwoord

dezelfkleverm

  1. een plakker met een zelfklevende laag
    • Je kunt er deze zelfklever opplakken als het voor vervoer gereed is. 
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord zelfklever staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
87 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.