ziekenverpleger

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ziekenverpleger    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • zie·ken·ver·ple·ger
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ziekenverpleger ziekenverplegers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

deziekenverplegerm

  1. (beroep) (medisch) iemand die zieke of gewonde mensen verpleegt
     De twee mariniers die onder codenamen gehoord worden zijn geen sleutelfiguren. Het zijn marinier-ziekenverpleger '5G' en marinier '5D'. Ze hoorden bij de groep die de kop van de trein bestormde. Daar bevonden zich drie kapers, onder wie leider Max Papilaja. Alledrie zijn ze gedood.[2]
     Times Online noemt diverse voorbeelden van mensen die de islam hebben verlaten en vervolgens het doelwit van vervolgingen zijn geworden. Zo is de Britse ziekenverpleger Nissar Hussein met zijn gezin lange tijd belaagd door moslims.[3]
     Het gaat daarbij onder meer over de beroepskwalificaties van artsen, tandartsen, verloskundigen, apothekers, dierenartsen, ziekenverplegers, architecten, ... Verwacht wordt dat de richtlijn hun arbeidsmobiliteit binnen Europa zal stimuleren.[4]
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord ziekenverpleger staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Weblink bron
    Tonny van der Mee
    “Marinier vindt rechtszaak over einde treinkaping De Punt (1977) een farce” (26-09-2017), Tubantia
  3. Weblink bron “„Afvallige moslims met vervolging bedreigd”” (08-03-2005), Reformatorisch Dagblad
  4. Weblink bron
    dgs
    “EU-Hof veroordeelt België voor laattijdige erkenning beroepskwalificaties” (09/07/2009), De Standaard
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.