zielenleed
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: zielenleed (hulp, bestand)
Woordafbreking
- zie·len·leed
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van ziel zn en leed zn met het invoegsel -en- [1]
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | zielenleed | |
| verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het zielenleed o
- psychische of geestelijke pijn vaak ontstaan door teleurstelling of gewetenswroeging
- ▸ Er wordt wel gezegd dat psychotherapeuten soms gekker zijn dan hun patiënten. Niet zo vreemd: eigen zielenleed kan een basis zijn voor beter begrip.[2]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord zielenleed staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron ERIC KOCH“Short Term 12” (17 okt. 2013), De Telegraaf
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.