zielenpijn

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zielenpijn    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈzilə(n)ˌpɛin/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • zie·len·pijn
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zielenpijn
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

dezielenpijnv/m

  1. verdriet en ellende; geestelijke en psychische nood; geestelijk lijden
     Toch rolde, herinnert Hayward zich, het nummer vol zielenpijn en Weltschmerz ('Cause I love you, oohowowo I love you') er betrekkelijk gemakkelijk uit.[2]
     Dijksma zelf heeft het verkiezingsdebacle van de PvdA ervaren met een 'mengelmoes van zielenpijn, maar ook realisme'. Volgens haar is de belangrijkste oorzaak van het verlies dat de partij niet aan de kiezer heeft kunnen uitleggen waarom het nodig was dat er geregeerd moest worden met de VVD.[3]
     Nu moeten we het met z'n allen normaal gaan vinden dat mensen met zielenpijn naar een geestelijk verzorger gaan, net als gips bij een gebroken been.[4]
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord zielenpijn staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Weblink bron
    Arno Gelder
    “Britse band Moody Blues is nog altijd overweldigend” (25-06-2015), Tubantia
  3. Weblink bron “Dijksma: Gifbeker PvdA lijkt nog niet leeg” (18-03-2017), Tubantia
  4. Weblink bron
    11-10-2018
    “Meer geld voor thuis begeleiden van stervenden” (Hanneke van Houwelingen), Tubantia
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.