zoetelief
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: zoetelief (hulp, bestand)
- IPA:
Woordafbreking
- zoe·te·lief
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zoet en lief met het invoegsel -e- [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zoetelief | zoetelieven |
verkleinwoord | zoeteliefje | zoeteliefjes |
Zelfstandig naamwoord
zoetelief o
- iemand met wie men een liefdesband heeft
- En hy gaf zijn zoetelief een zoen.
Verwante begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord zoetelief staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zoetelief" herkend door:
74 % | van de Nederlanders; |
62 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ zoetelief op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.