zonlicht

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zonlicht    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • zon·licht
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zonlicht -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

hetzonlichto

  1. (astronomie) de zichtbare elektromagnetische straling van de ster waarrond onze aarde draait
    • De vlaggen van de VOC-schepen hadden de neiging in het felle zonlicht van de tropen te verbleken. 
Schrijfwijzen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord zonlicht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.