zuinigheid
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: zuinigheid (hulp, bestand)
- IPA: / ˈzœynəxˌhɛit / (3 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˈzœʏ̯.nəχ.ˌɦɛɪ̯t/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˈzœː.nəx.ˌɦɛːt/
- (Limburg): /ˈzœː.nɪx.ˌhɛɪ̯d/
Woordafbreking
- zui·nig·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zuinigheid | zuinigheden |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de zuinigheid v
- het zuinig zijn
- Waar komt die zuinigheid van jou toch vandaan?
Verwante begrippen
- spaarzaamheid, volkshuishoudkunde
Uitdrukkingen en gezegden
Zuinigheid met vlijt bouwt huizen als kastelen.
|
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord zuinigheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.