zulu

Niet te verwarren met: Zulu, -Zulu, -zulu

Deens

Zelfstandig naamwoord

zulu

  1. (taal) Zoeloe

Verwijzingen

    Fins

    Zelfstandig naamwoord

    zulu

    1. (taal) Zoeloe

    Frans

    Uitspraak
    • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?

    Zelfstandig naamwoord

    zulu m

    1. (spreektaal) jongerentaal van de ‘banlieue’ [1]

    Verwijzingen

    Hongaars

    Zelfstandig naamwoord

    zulu

    1. (taal) Zoeloe

    Kroatisch

    Zelfstandig naamwoord

    zulu

    1. (taal) Zoeloe

    IJslands

    Zelfstandig naamwoord

    zulu

    1. (taal) Zoeloe

    Noors

    Uitspraak
    • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
    • IPA: /sulu/
    Woordafbreking
    • zu·lu

    Zelfstandig naamwoord

    zulu m

    1. (toponiem) Zoeloe (persoon)
    2. (taal) Zoeloe
    Verbuiging
    m enkelvoud meervoud
    onbepaald bepaald onbepaald bepaald
    nominatief   zulu     zuluen     zuluer     zuluene  
    genitief   zulus     zuluens     zuluers     zuluenes  

    Nynorsk

    Uitspraak
    • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
    • IPA: /sulu/
    Woordafbreking
    • zu·lu

    Zelfstandig naamwoord

    zulu m

    1. (toponiem) Zoeloe (persoon)
    2. (taal) Zoeloe
    Verbuiging
    m enkelvoud meervoud
    onbepaald bepaald onbepaald bepaald
    nominatief   zulu     zuluen     zuluar     zuluane  
    genitief                        

    Pools

    Zelfstandig naamwoord

    zulu

    1. (taal) Zoeloe

    Portugees

    Zelfstandig naamwoord

    zulu

    1. (taal) Zoeloe

    Zweeds

    Zelfstandig naamwoord

    zulu

    1. (taal) Zoeloe
    Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.