zuurstok

Nederlands

Uitspraak

Geluid: zuurstok (hulp, bestand)
IPA: / ˈzyrstɔk / (2 lettergrepen)

Woordafbreking

zuur·stok

Woordherkomst en -opbouw

samenstelling van zuur zn en stok zn

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	zuurstok	zuurstokken
verkleinwoord	zuurstokje	zuurstokjes

Zelfstandig naamwoord

de zuurstok m

(voeding) snoep in de vorm van een gekleurde staaf met een zoetzure smaak

Hyperoniemen

snoep, snoepgoed

Hyponiemen

kerstzuurstok

Afgeleide begrippen

zuurstokkenbedrijf, zuurstokroze

Vertalingen

1. snoep in de vorm van een gekleurde staaf met een zoetzure smaak

Duits: Zuckerstange ^(de) v
Engels: candy cane ^(en), candy stick ^(en)
Fries: sûrstôk ^(fy)

Nedersaksisch:
- Drents: likstok ^(drt)
Pennsylvania-Duits: Zuckerschtengel ^(pdc) m

Gangbaarheid

Het woord zuurstok staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zuurstok" herkend door:

99 %	van de Nederlanders;
96 %	van de Vlamingen.^[1]

Meer informatie

Zie Wikipedia voor meer informatie.

Verwijzingen

↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.