zweefvlieg

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zweefvlieg    (hulp, bestand)
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • zweef·vlieg
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zweefvlieg zweefvliegen
verkleinwoord zweefvliegje zweefvliegjes

Zelfstandig naamwoord

dezweefvliegv/m

  1. (tweevleugeligen) een vlieg uit de familie Syrphidae  van insecten uit de orde vliegen en muggen of tweevleugeligen (Diptera). In Nederland zijn 363 soorten zweefvliegen waargenomen, 303 daarvan worden als inheems beschouwd. Sommige andere vliegenfamilies vertonen gelijkende kenmerken, zoals de familie van de wolzwevers (Bombyliidae)
Hyperoniemen
Verwante begrippen

Werkwoord

vervoeging van
zweefvliegen

zweefvlieg

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zweefvliegen
    • Ik zweefvlieg. 
  2. gebiedende wijs van zweefvliegen
    • Zweefvlieg! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zweefvliegen
    • Zweefvlieg je? 

Gangbaarheid

  • Het woord zweefvlieg staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Meer informatie

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.