zwemster
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: zwemster (hulp, bestand)
Woordafbreking
- zwem·ster
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zwemster | zwemsters |
verkleinwoord | zwemstertje | zwemstertjes |
Zelfstandig naamwoord
de zwemster v
- vrouwelijk persoon die zwemt
- Zwemsters dragen bij voorkeur andere badkleding dan mannelijke zwemmers.
- ▸ Successen waren er tijdens het toernooi ook voor de vrouwelijke zwemsters en turnsters.[1]
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord zwemster staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zwemster" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Jessica Merkens“Op eigen houtje” (2023), Ambo/Anthos uitgevers , ISBN 9789026360930
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.