zwemster

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zwemster    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • zwem·ster
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van zwemmen met het achtervoegsel -ster
enkelvoud meervoud
naamwoord zwemster zwemsters
verkleinwoord zwemstertje zwemstertjes

Zelfstandig naamwoord

dezwemsterv

  1. vrouwelijk persoon die zwemt
    • Zwemsters dragen bij voorkeur andere badkleding dan mannelijke zwemmers. 
     Successen waren er tijdens het toernooi ook voor de vrouwelijke zwemsters en turnsters.[1]
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord zwemster staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Jessica Merkens
    “Op eigen houtje” (2023), Ambo/Anthos uitgevers , ISBN 9789026360930
  2. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.