zwemwater

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zwemwater    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈzwɛmwatər/ (3 lettergrepen)
    • (Noord-Nederland): /ˈzʋɛmʋatər/
    • (Vlaanderen, Brabant): /ˈzβ̞ɛmβ̞atər/
    • (Limburg): /ˈzwɛmwatər/
Woordafbreking
  • zwem·wa·ter
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zwemwater zwemwaters
zwemwateren
verkleinwoord zwemwatertje zwemwatertjes

Zelfstandig naamwoord

hetzwemwatero

  1. een water dat geschikt is om in te zwemmen
    • De kwaliteit van het zwemwater is dit jaar licht gestegen ten opzichte van vorig jaar. 
Hyperoniemen
Hyponiemen

Gangbaarheid

  • Het woord zwemwater staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
94 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.