zwerfkind
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: zwerfkind (hulp, bestand)
Woordafbreking
- zwerf·kind
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zwerf ww en kind
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zwerfkind | zwerfkinderen |
verkleinwoord | zwerfkindje | zwerfkindjes |
Zelfstandig naamwoord
het zwerfkind o
- een kind dat rondzwerft zonder vaste woonplaats.
- ▸ Karin is bij haar broer in Gôteborg om mogelijke donateurs te ontmoeten voor een nieuw project, een school voor zwerfkinderen op de Filippijnen.[1]
- Het zwerfkind had geen eten.
- ▸ Karin is bij haar broer in Gôteborg om mogelijke donateurs te ontmoeten voor een nieuw project, een school voor zwerfkinderen op de Filippijnen.[1]
Gangbaarheid
- Het woord zwerfkind staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zwerfkind" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Håkan Nesser“Herfst op Gotland” (2021), De Geus (uitgeverij), ISBN 9789044535624
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.