Deense dog

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  Deense dog    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • Deen·se dog
enkelvoud meervoud
naamwoord Deense dog Deense doggen
verkleinwoord Deense dogje Deense dogjes

Zelfstandig naamwoord

deDeense dogm

  1. Duits (dus niet Deens) hondenras dat gefokt werd als waakhond
  • Duitse dog
Hyperoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord Deense dog staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie