hazewind

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  hazewind    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ha·ze·wind
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘hondensoort’ voor het eerst aangetroffen in 1376 [1]
  • Samenstelling van haas en het verouderde wind (jachthond) met het invoegsel -e-
enkelvoud meervoud
naamwoord hazewind hazewinden
verkleinwoord hazewindje hazewindjes

Zelfstandig naamwoord

dehazewindm

  1. snelle hond uit een ras dat is gefokt voor wedrennen of jacht op hazen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord hazewind staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
96 %van de Nederlanders;
95 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen