eend

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  eend    (hulp, bestand)
  • IPA: /ent/ (1 lettergreep); /eːnt/
Woordafbreking
  • eend
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord eend eenden
verkleinwoord eendje eendjes

Zelfstandig naamwoord

deeendv/m

  1. m (eendvogels) benaming voor veel watervogels uit de familie Anatidae 
  2. v (dierkunde) vrouwtje van een eendensoort
    • De woerd van de Amerikaanse en Eurazische smient zijn goed in het veld te onderscheiden maar de eend niet. 
  3. (scheldwoord) dom iemand
    • Welke eend doet nou zoiets? 
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
  • Een vreemde eend in de bijt
Iemand die niet past in de groep
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord eend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

Afrikaans

Uitspraak
  • geluid 
enkelvoud meervoud
naamwoord eend eende

Zelfstandig naamwoord

eend

  1. (eendvogels) eend