gist

Nederlands

Uitspraak

Geluid: gist (hulp, bestand)

Woordafbreking

gist

Woordherkomst en -opbouw

In de betekenis van ‘rijsmiddel’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1461 ^[1]

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	gist	gisten
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

de gist m

(biologie) de naam voor een aantal soorten eukaryote micro-organismen
- Gisten onderscheiden zich van bacteriën door het bezit van een celkern en door hun grootte.

Verwante begrippen

desem, rijsmiddel, bakpoeder

Hyponiemen

bakkersgist, biergist, bovengist, ondergist

Afgeleide begrippen

gistextract, gistfabriek, gistingsazijn, gistingsproces, gistoplossing, gistpasta, gistpoeder

Vertalingen

1. de naam voor een aantal soorten micro-organismen

Baskisch: legamica ^(eu)
Bretons: goell ^(br)
Catalaans: llevat ^(ca)
Chinees: 酵母 ^(zh)
Deens: gær ^(da)
Duits: Hefe ^(de) v
Engels: yeast ^(en)
Esperanto: gisto ^(eo)
Estisch: pärm ^(et)
Fins: hiiva ^(fi)
Frans: levure ^(fr) v, levain ^(fr) m
Grieks: ζύμη ^(el) v
Guarani: mbovuha ^(gn)
Hongaars: élesztõ ^(hu)
Iers: giosta ^(ga)
Interlingua: levatura ^(ia)

Italiaans: lievito ^(it)
Japans: イースト ^(ja) (īsuto)
Koreaans: 효모 ^(ko)
Kroatisch: kvasac ^(hr)
Latijn: fermentum ^(la)
Litouws: mielės ^(lt)
Noors: gjær ^(no)
Pools: drożdże ^(pl)
Portugees: levedura ^(pt), fermento ^(pt)
Roemeens: drojdie ^(ro)
Russisch: дрожди ^(ru) (drozhdi)
Spaans: levadura ^(es) v, fermento ^(es) m
Tsjechisch: kvasinka ^(cs)
Waals: yesse ^(wa)
Welsh: burum ^(cy)
Zweeds: jäst ^(sv)

Werkwoord

vervoeging van
gissen

gist

tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gissen
- Jij gist.
derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gissen
- Hij gist.
(verouderd) gebiedende wijs meervoud van gissen
- Gist!

Werkwoord

vervoeging van
gisten

gist

enkelvoud tegenwoordige tijd van gisten
gebiedende wijs van gisten

Bijvoeglijk naamwoord

gist

onverbogen vorm van de overtreffende trap van gis

Gangbaarheid

Het woord gist staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gist" herkend door:

100 %	van de Nederlanders;
98 %	van de Vlamingen.^[2]

Meer informatie

Zie Wikipedia voor meer informatie.

Verwijzingen