þus

Gotisch

enkelvoud tweevoud meervoud
nominatief þu*jutjus
accusatief þukigqisizwis
genitief þeinaigqisizwara
datief þusigqaraizwis

Persoonlijk voornaamwoord

þus

  1. (aan/voor) jou (datief van de tweede persoon enkelvoud)
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.