σύ

Oudgrieks

enkelvoud tweevoud meervoud
nominatief σύσφώὑμεῖς
accusatief σε, σέὑμᾶς
genitief σου, σοῦσφῷνὑμῶν
datief σοι, σοίὑμῖν

Persoonlijk voornaamwoord

σύ

  1. jij (nominatief van de tweede persoon enkelvoud)
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.