Abrigos

Pennsylvania-Duits

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
  • Ab·ri·gos
enkelvoud
(onbepaald)
enkelvoud
(bepaald)
meervoud
(onbepaald)
meervoud
(bepaald)
nominatief en Abrigosdie AbrigosAbrigosedie Abrigose
datief re Abrigosder AbrigosAbrigosede Abrigose
accusatief en Abrigosdie AbrigosAbrigosedie Abrigose

Zelfstandig naamwoord

Abrigos [1], v

  1. (plantkunde) Prunus armeniaca , abrikozenboom
  2. (fruit), (voeding) abrikoos
Schrijfwijzen
Afgeleide begrippen
Opmerkingen

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.