Amsel

Alemannisch

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?

Zelfstandig naamwoord

Amsel

  1. (zangvogels) Turdus merula  merel

Meer informatie


Duits

Uitspraak
  • Geluid:  Amsel    (hulp, bestand)
  • Geluid:  Amsel    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈamzl̩/, (duidelijk uitgesproken) /ˈamzəl/
Woordafbreking
  • Am·sel
Woordherkomst en -opbouw
  • [1] Komt van het Middelhoogduitse amsel, dat weer van het Oudhoogduitse ams(a)la stamt. De herkomst van dit Oudhoogduitse woord is niet bekend. Etymologische verwantschap bestaat met het Engelse ouzel.

Zelfstandig naamwoord

Amsel v

  1. (zangvogels) Turdus merula  merel
    «Die weibliche Amsel baut dreimal im Jahr ein Nest.»
    De vrouwelijke merel bouwt driemaal per jaar een nest.
Verbuiging
Synoniemen
  • [1] Schwarzdrossel
Hyperoniemen
  • [1] Drossel, Singvogel, Waldvogel, Vogel, Tier
Hyponiemen
  • [1] Mistamsel, Ringamsel, Wasseramsel
Afgeleide begrippen
  • [1] Amselnest, Amselpfiff, Amselruf

Meer informatie

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.