Vogel

Duits

Uitspraak
  • Geluid:  Vogel    (hulp, bestand)
  • Geluid:  Vogel    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈfoːɡəl/
Woordherkomst en -opbouw
  • erfwoord Ontwikkeld uit Oudhoogduits fogal, fugal, uit Germaans *fugla-, verwant aan Nederlands vogel, Engels fowl, Zweeds fågel, enz. [1]

Zelfstandig naamwoord

Vogel m

  1. vogel
    Welcher Vogel ist das Weibchen? Welke vogel is het vrouwtje?
  2. (spreektaal) rare kerel, gek
Uitdrukkingen en gezegden
  • einen Vogel haben
niet goed snik zijn, gek zijn; raar zijn
  • den Vogel zeigen
met de vinger op het voorhoofd tikken (ten teken dat iemand gek is)
Verbuiging

Verwijzingen

  1. Weblink bron
    Wolfgang Pfeifer et al.
    Vogel in: Etymologisches Wörterbuch des Deutschen (1993), digitalisierte und von Wolfgang Pfeifer überarbeitete Version im Digitalen Wörterbuch der deutschen Sprache op dwds.de
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.