Baam
Pennsylvania-Duits
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: / baːm /
Woordafbreking
- Baam
enkelvoud (onbepaald) |
enkelvoud (bepaald) |
meervoud (onbepaald) |
meervoud (bepaald) | |
---|---|---|---|---|
nominatief | en Baam | der Baam | Beem, Baem ook: Baame | die Beem, Baem ook: die Baame |
datief | me Baam | em Baam | Beem, Baem ook: Baame | de Beem, Baem ook: die Baame |
accusatief | en Baam | der Baam | Beem, Baem ook: Baame | die Beem, Baem ook: die Baame |
Zelfstandig naamwoord
Baam, m
- En Baam
Een boom
Synoniemen
- Baemche zn (verkleinvorm)
Hyperoniemen
|
Afgeleide begrippen
|
Opmerkingen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.