Baamgaarde
Pennsylvania-Duits
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: / ˈbaːmgaːrdə /
Woordafbreking
- Baam·gaar·de
Woordherkomst en -opbouw
- Samenstelling van Baam zn "boom" en Gaarde zn "tuin"
enkelvoud (onbepaald) |
enkelvoud (bepaald) |
meervoud (onbepaald) |
meervoud (bepaald) | |
---|---|---|---|---|
nominatief | en Baamgaarde | der Baamgaarde | Baamgaarde Baamgeerde | die Baamgaarde die Baamgeerde |
datief | me Baamgaarde | em Baamgaarde | Baamgaarde Baamgeerde | de Baamgaarde de Baamgeerde |
accusatief | en Baamgaarde | der Baamgaarde | Baamgaarde Baamgeerde | die Baamgaarde die Baamgeerde |
Zelfstandig naamwoord
Baamgaarde, m
- (landbouw), (tuinbouw) boomgaard
- «Mir hen ettliche Bierebeem in unserm Baamgaarde ghat.»
- We hebben een ettelijk aantal perenbomen in onze boomgaard gehad.
- «Mir hen ettliche Bierebeem in unserm Baamgaarde ghat.»
- En Baamgaarde
Een boomgaard
Opmerkingen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Zelfstandig naamwoord
Baamgaarde
- mannelijk meervoud van Baamgaarde
Schrijfwijzen
- Baamgeerde, mv
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.