Braut

Niet te verwarren met: braut

Pennsylvania-Duits

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / braut /
Woordafbreking
  • Braut
enkelvoud
(onbepaald)
enkelvoud
(bepaald)
meervoud
(onbepaald)
meervoud
(bepaald)
nominatief en Brautdie BrautBreitdie Breit
datief me Brautder BrautBreitde Breit
accusatief en Brautdie BrautBreitdie Breit

Zelfstandig naamwoord

Braut, v

  1. (familie) bruid
Opmerkingen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.