Daal
Pennsylvania-Duits
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: / daːl /
Woordafbreking
- Daal
Woordherkomst en -opbouw
- Afkomstig van Middelhoogduits: tal zn ← Oudhoogduits: tal zn
enkelvoud (onbepaald) |
enkelvoud (bepaald) |
meervoud (onbepaald) |
meervoud (bepaald) | |
---|---|---|---|---|
nominatief | en Daal | es Daal | Daale [1] Daaler [2] Daeler [3] | die Daale [1] die Daaler [2] die Daeler [3] |
datief | me Daal | em Daal | Daale [1] Daaler [2] Daeler [3] | de Daale [1] de Daaler [2] de Daeler [3] |
accusatief | en Daal | es Daal | Daale [1] Daaler [2] Daeler [3] | die Daale [1] die Daaler [2] die Daeler [3] |
Zelfstandig naamwoord
Daal, o
- Im Rhein-Daal
In het Rijndal
Synoniemen
- Waelli zn
Opmerkingen
Verwijzingen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.