Eierkuchen

Duits

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / ˈaiɐ.kuːçən /
Woordafbreking
  • Ei·er·ku·chen
Woordherkomst en -opbouw
  • Samenstelling van de Duitse zelfstandige naamwoorden Eier (onzijdige vorm nominatief meervoud van Ei) en Kuchen
Naar frequentie 101996
enkelvoud meervoud
nominatief der Eierkuchendie Eierkuchen
genitief des Eierkuchensder Eierkuchen
datief dem Eierkuchenden Eierkuchen
accusatief den Eierkuchendie Eierkuchen

Zelfstandig naamwoord

Eierkuchen [1], m

  1. (voeding) flensje, pannenkoek
Synoniemen
  • Eierpfannekuchen
  • Eierpfannenkuchen
  • Eierpfannkuchen
  • Pfannkuchen
  • (gewestelijk) Eierfladen
  • (gewestelijk) Plinse
  • (Oostenrijk) Palatschinke
  • (Zuid-Duitsland) Eierschmarren
Verwante begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
  • Friede, Freude, Eierkuchen
een overdreven harmonische situatie

Zelfstandig naamwoord

Eierkuchen

  1. datief mannelijk enkelvoud van Eierkuchen

Eierkuchen

  1. accusatief mannelijk enkelvoud van Eierkuchen

Eierkuchen

  1. mannelijk meervoud van Eierkuchen

Verwijzingen

  1. Eierkuchen
    Caroline Otto
    Taschenwörterbuch der Kochkunst (1832)
    Verlag Heinrich Franke, Leipzig und Naumburg
    Nachdruck im Salzwasser-Verlag (2010)
    Seite 34 - 36, Eierkuchen ...
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.