Eschemittwoch

Pennsylvania-Duits

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
  • Esche·mitt·woch
enkelvoud
(onbepaald)
enkelvoud
(bepaald)
meervoud
(onbepaald)
meervoud
(bepaald)
nominatief en Eschemittwochder Eschemittwoch
datief me Eschemittwochem Eschemittwoch
accusatief en Eschemittwochder Eschemittwoch

Zelfstandig naamwoord

Eschemittwoch, m

  1. (religie) Aswoensdag
Schrijfwijzen
Opmerkingen

Meer informatie

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.