Glaas

Pennsylvania-Duits

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / ɡlaːs /
Woordafbreking
  • Glaas
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Duitse woord  Glas zn 
[1]: enkelvoud
(onbepaald)
enkelvoud
(bepaald)
meervoud
(onbepaald)
meervoud
(bepaald)
nominatief en Glaases Glaas- - -- - -
datief me Glaasem Glaas- - -- - -
accusatief en Glaases Glaas- - -- - -
[2]: enkelvoud
(onbepaald)
enkelvoud
(bepaald)
meervoud
(onbepaald)
meervoud
(bepaald)
nominatief en Glaases GlaasGlesserdie Glesser
datief me Glaasem GlaasGlesserde Glesser
accusatief en Glaases GlaasGlesserdie Glesser

Zelfstandig naamwoord

Glaas, o

  1. (materiaalkunde) glas (als materiaal)
  2. drinkglas, glas (als als een artikel van glas))
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Opmerkingen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.