glaase

Pennsylvania-Duits

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / ɡlaːsə /
Woordafbreking
  • glaa·se
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Duitse woord  gläsern bn 
stellend vergrotend overtreffend
glaase- - -- - -
sterk [1] mannelijk
enkelvoud
vrouwelijk
enkelvoud
onzijdig
enkelvoud
meervoud
nominatief glaasener glaaseni glaase glaasene
datief glaasenem glaasener glaasenem glaasene
accusatief glaasener glaaseni glaase glaasene
zwak [2] mannelijk
enkelvoud
vrouwelijk
enkelvoud
onzijdig
enkelvoud
meervoud
nominatief glaase glaase glaase glaasene
datief glaasene glaasene glaasene glaasene
accusatief glaase glaase glaase glaasene
gemengd [3] mannelijk
enkelvoud
vrouwelijk
enkelvoud
onzijdig
enkelvoud
meervoud
nominatief glaasener glaaseni glaase glaasene
datief glaasene glaasene glaasene glaasene
accusatief glaasener glaaseni glaase glaasene

Bijvoeglijk naamwoord

glaase

  1. glazen
Opmerkingen

Bijvoeglijk naamwoord

glaase

  1. attributieve vorm onbepaald (zonder lidwoord) nominatief en accusatief onzijdig enkelvoud stellende trap van glaase
  2. attributieve vorm bepaald nominatief en accusatief enkelvoud stellende trap van glaase
  3. attributieve vorm onbepaald nominatief en accusatief onzijdig enkelvoud stellende trap van glaase

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.